Jeugd in de zeventiger jaren, mijn ouders en Janis Joplin
Jeugd in de zeventiger jaren, mijn ouders en Janis Joplin

Jeugd in de zeventiger jaren, mijn ouders en Janis Joplin

Wanneer ik Janis Joplin hoor ben ik op slag weer klein. Dan zit ik in de late zeventiger jaren bij mijn tante in dat veel te kleine huis in Amsterdam Oost. In elkaar gekropen, uren te wachten tot we weer naar huis zouden gaan. Maar mijn moeder en zus vermaakten zich daar prima. Ik vond het idee om naar tante Irma te gaan altijd fijn, mijn eerste associatie was ‘gezellig, familie, samen’ en dat soort aanverwante warme gedachten. Maar in de praktijk waren het eenzame uren waarin ik mezelf moest vermaken. Veel gepraat, veel drank en veel muziek, dat was waar de Grote Mensen zich mee bezig hielden. En alhoewel ik me immer gruwelijk verveelde vond ik het ook fascinerend om er te zijn. De lange dwaaltochten in de magische brandgang tussen de tuinen, daar waar elfjes leefden. De donkere slaapkamer van mijn tante waar ik niet mocht komen, vol met kleding en zooi. De kamer grensde aan de keuken en de deur stond bijna altijd open. Maar ik ben er nooit naar binnen gegaan. Ik was een goed luisterend kind. En doodsbang voor mijn moeder.

Teleurstelling, kou, leegte en licht

De Grote Mensen hadden het over allerlei dingen die ik niet begreep. Die zijn me niet bijgebleven. Wel de onvervalste teleurstelling die mijn moeder altijd had wanneer ze zich realiseerde dat we toch echt wegmoesten, omdat ik naar bed moest. En we waren nog wel een uur onderweg om überhaupt thuis te komen. In het helle licht van de bus, door de wind en regen, de lange weg wandelen van de bushalte naar huis. Het was altijd een enorme tegenvaller voor iedereen. Ik herinner me niet hoe mijn zus daar onder was. Alleen hoe ik me voelde en hoe ik de stemming van mijn moeder ervoer.

Overlijden blijft raar

Afgelopen maandag was het 10 jaar geleden dat ze overleed. Vandaag 10 weken geleden dat mijn vader overleed. Komende zondag gaan we de gedenkplaat op zijn graf plaatsen. Hij ligt op natuurbegraafplaats Maashorst in Schaijk. Op een mooie plek, middenin een veld. En toen ik er alleen naar toeging heb ik ruim een kwartier bij het verkeerde graf gestaan. Dus het is heel goed dat er nu een plaat komt, een boomschijf met zijn naam erop. En de data waarop hij werd geboren en is gestorven. Ik vind het fijn dat ik er naar toe kan. En ik vind het raar dat mijn moeder letterlijk verdwenen is. Die is gecremeerd en verstrooid in de Noordzee. Dat is een raar idee. Net zoals het een raar idee is dat mijn vader nu inmiddels in ontbinding is, vol beestjes en zacht vlees. Niet dat ik denk dat hij er nog is, hij is nu duidelijke vrije energie. Maar ik kende natuurlijk niet zijn ziel, ik kende zijn lichaam en persoonlijkheid die hij tijdens zijn leven had. En die is weg. Dat blijft raar en moeilijk. En ik blijf er om huilen.

Janis Joplin: