Lange, lange dagen waren het. Met veel binnenzitten. En liggen. En soms heen en weer lopen. Maar wel praktisch aldoor binnen.
En daarom ga ik vanavond naar buiten. Met Ryuichi Sakamoto op mijn koptelefoon stap ik de donkerte in. Onzeker op mijn benen, licht zwalkend. Ik vang elke stap met mijn andere voet op. Voor anderen zie ik er wellicht dronken uit. Voor mezelf onoverwinnelijk.
Drie weken bijna niet lopen en nu toch weer buiten. De frisse koudheid is de wereld binnengeslopen in die paar weken. Was het toen een warme herfst, nu het begin van een scherpe winter. Nog 6 dagen en dan is de kortste dag. Dan gaan we weer op naar de zomer. Al blijf ik dat een raar gegeven vinden: op 21 december start de winter. Het koude seizoen begint dan pas. Maar de dagen gaan richting de langste.
Warmte, alleen zijn en eenzaamheid
De huiskamers waar ik langs loop zijn versierd met flonkerende lampjes. Ze geven warmte aan de huizen, gevuld met mensen. Ineens voel ik me heel alleen. Ik wil ook gezellig samen, in de warmte, met de lampjes en warme chocolademelk. Eenzaamheid zwelt aan. Dan zie ik het blauwe licht van de televisies en de kleine satelietschermpjes van de telefoons die mensen in hun handen hebben. Vond ik jaren geleden dat blauwe licht van zo’n tv al koud, nu is het met de foons nog veel sterker geworden. Toen zaten mensen samen stilzwijgend naar 1 scherm te staren, nu staren ze allemaal naar een andere. De eenzaamheid ebt weg.
Ik stap verder op weg naar mijn fijne warme huis, waar mijn katten genoeglijk knorrend samen op me wachten. Die doet niet aan foons, die doen aan kopjes.