De man leek groter dan zijn stoel, niet groter zoals het hoort, maar groter alsof hij de stoel elk moment kon verzwelgen als een witte bloedcel om een virus. Even schoot er door mijn hoofd hoe hij er uit zou zijn nadat hij de houten stoel op een metalen frame in zichzelf had opgenomen.
Waar zou het metaal blijven? Zou hij voelsprieten krijgen? Of een uit zijn lichaam spruitende boksbeugel? Daar was het wel meer het type voor.
Tatoeages op zijn vingers: het welhaast onvermijdelijke ‘LOVE’ en “HATE’. Welk ander vierletterig woord zou je anders op je vingerkootjes laten vereeuwigen? Ik geen enkel. Maar als 1.96 lange halfkalende ruimschoots te dikke ex-kickbokser en nu werkloze kassenbouwer waren dat de voor de hand liggende opties. Al was ik ook een keer bij een vergelijkbaar type de inspirerende zin “IWANTSEX’ tegengekomen. Maar mensen dachten bij hem vaak dat hij IWAN heette dus de plaatsing was niet erg handig. Dan kon je inderdaad zoveel beter voor twee op zichzelf staande woorden van vier letters kiezen.
Ik keek naar beneden en zag nog net de zoveelste traan in een plasje op de straattegels tussen zijn in afgetrapte Air Max gehulde grote voeten vallen. De nagels van zijn grote tenen staken door de bovenvoering van de opzichtig blauw/gele jaren tachtig gympen. Zou hij geen geld hebben om nieuwe te kopen, of hadden de schoenen emotionele waarde voor hem?
‘Gaat het wel? Ik heb helaas geen drinken bij me, maar kan ik wat anders voor je doen?’
Hij keek enigszins verstoort omhoog. ‘ Ik wil alleen maar mijn poes terug, verder niks. Kan jij daarvoor zorgen? Dat ik mijn poes terugkrijg?’
Terwijl zijn droevige hangogen op me bleven rusten kwam zijn rechterhand met de verkreukelde foto een stukje omhoog, een halfslachtige poging het beeld van zijn verloren poes met me te delen. Door de afstand die ik op hem had kwam ik niet verder dan de indruk van een zwart/wit dier, niet een heel bijzonder merk of formaat.
‘Nee, sorry. Ik zou niet weten hoe je je poes terugkrijgt.’